Is het nu ‘vlak bij’ of ‘vlakbij’?
Dat ligt eraan. We schrijven het los als ‘bij’ bij de volgende woordgroep (met een zelfstandig naamwoord), een eigennaam of een persoonlijk voornaamwoord hoort:
– Hij zit vlak bij mijn ouders
‘bij’ hoort bij ‘mijn ouders’
– Ik wil dichter bij je zijn
‘bij ‘ hoort bij ‘je’
Hoort het voorzetsel niet bij iets wat volgt, dan schrijven we vlak en bij aan elkaar.
– Hij woont vlakbij.
– Zoekt u een bril voor dichtbij of voor veraf?
– Hou de tekst eens dichterbij, ik kan het niet lezen.
– Jij zit het dichtstbij.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!